Didactisch coachen

Het didactisch coachen gaat er vanuit dat anderen beter leren als je ongeveer drie vragen stelt en daarna één keer specifieke, korte en concrete feedback geeft. Bij voorkeur positief.

Met specifiek bedoelen we dat je benoemt wat de cliënt goed heeft gedaan of anders kan doen. Met concreet bedoelen we dat het voor de cliënt duidelijk is wat goed was of anders kan en waarom. Wat je uiteindelijk kort en bondig wil formuleren.

Voorbeeld: ‘Ik vind het fijn dat je eerlijk bent, want zo kunnen we effectief jouw doel bereiken’.

Laten we het samen eens proberen:

1. Wat heeft tot nu toe gewerkt om de stof in deze e-learning te begrijpen?
2. Wat heb jij daarvoor gedaan?
3. Werkt dat ook voor de momenten dat het minder of niet goed lukt om de stof te begrijpen?
4. Wat fijn dat je al deze vragen leest en probeert te beantwoorden, zo vergroot je jouw kans om deze e-learning positief af te sluiten!

https://youtu.be/w1DFrwcmX9s

Je kan zowel vragen stellen, alsook feedback geven op vier dimensies (Voerman & Faber, 2017):

1. Inhoud; welke spier insereert aan de patella?
2. Proces; waar zou je kunnen vinden waar de spier insereert? Waardoor loop je vast in het vinden van het antwoord? Herken je woorden in deze zin niet? Heb je het boek niet? Hoe zou je dat aan kunnen pakken?
3. Modus; wat voel je nu? Helpt dit gevoel jou verder? Of remt dit gevoel jou juist af? Kan je hier invloed op uitoefenen?
4. Persoonlijke kwaliteiten; je gaf aan dat je heel goed bent in plannen. Hoe zou je deze kwaliteit in kunnen zetten in deze situatie?

Door vragen te stellen en feedback te geven op verschillende dimensies. Kan je iemand weer op weg helpen als deze vast komt te zitten tijdens de behandeling.

Een praktijkvoorbeeld:Een cliënt is niet toegekomen aan de oefeningen. Dus besluit je op het proces in te gaan. ‘Wat heb je nodig om tijd te maken voor de oefeningen?’. De cliënt antwoord dat deze het gewoon vergeet. Want in de avond kan het wel, maar dan is hij zo moe, dat hij het vergeet. Jij vraagt: ‘hoe zorg je ervoor dat je dingen onthoudt, als je ze niet wil vergeten?’. De cliënt antwoord dat hij dan een alarm op zijn telefoon instelt. ‘Zou dat nu ook kunnen werken?’, vraag jij. De cliënt denkt van wel. Vervolgens geef je hem positieve feedback op het feit dat hij goed weet waar het proces vastloopt en ook vrij snel oplossingen kan verzinnen (kwaliteit reflectie en vindingrijk zijn). De cliënt glimlacht. 

Kies één van de vier dimensies en probeer met behulp van 3 vragen en daarna positieve feedback jouw cliënt meer te motiveren en vertrouwen te geven voor het behalen van het doel